Op pad in Tsjechië (deel 1)

 

Op pad in Tsjechië (deel 1)

De Tomtom leidde ons via smalle provinciale wegen naar Pardubice. Af en toe werden we door gehuchten geleid waarbij we ons afvroegen of de Tomtom stomstom geworden was. Gaten in een smal wegdek, of geen wegdek en alleen maar zand met kiezels en kuilen met plassen alsof we meereden met een rally. Soms passeerden we oude tuintjes met boerenbloemen, fruitbomen die minder dan voorgaand jaar hun vruchten afwierpen of zouden gaan werpen omdat de lente te koud geweest was. Een oud mannetje of vrouwtje stond iets gebukt te knippen uit een moestuintje. Dan weer passeerden we een verlaten stationnetje, nog ergens in de negentiende-  en halverwege de twintigste eeuw dienstdoend, om ineens aan de kop van een file bij een stoplicht in nergensland uit te komen. Scheve ogen. Stomstom bleek toch Tomtom, en leidde ons terecht om. Tijdwinst.

Na een uur of wat kwamen we aan op de plek die ik speciaal had uitgekozen, een appartement met uitzicht op de eeuwig opgaande zon; het uithangbord van de Lidl in Karlovy Vary. Dáár had ik me op verheugd. Wakker worden met de Lidl, verse broodjes van Tsjechische makelij, warme chocola of koffie voor maar zestig cent. Hoe heerlijk kon de dag beginnen.                                                                                                                                                                                                                                                                           We reden naar het afgesproken adres aan de Bulharski om de sleutel op te halen. Die zou zich moeten bevinden in een kluisje daar. De ‘kinderen’ (allen boven de twintig inmiddels) gingen op onderzoek uit en kwamen na enige tijd terug in gezelschap van een forse, gebruinde heer in een korte broek en felrood T-shirt. Hóe de persoon heette, bij wie we de sleutel moesten halen. Dominante achterdocht droop van zijn gezicht. Wat zijn voornaam was, of ik een e-mail had…. Ik liet het hem zien, vanaf mijn telefoon en spelde zijn naam. ‘Dead! He is dead!’ Hij liet er geen twijfel over bestaan.                                                                                                                                                                                        ‘Dead???’ , was mijn onthutste antwoord. Even dacht ik dat ik in de maling genomen werd maar de man was overduidelijk serieus, er viel met hem niet te spotten.                            ‘Yes, I don’t know when he died but he was found two days a go, dead.’

Op advies van de man reden wij naar het appartement en een volgende poging werd gedaan om de sleutel te bemachtigen. Misschien was hij daar, bij het appartement zelf. Niks te vinden. Inmiddels hadden we wel alvast de warme chocola bij de Lidl gehaald, nog net voor sluitingstijd. Hoewel zondag en al bijna acht uur ’s avonds. (In Tsjechië heel gewoon. Kom daar maar eens om in Oostenrijk of Duitsland. Alles dicht op zondag).

Ik belde Booking.com en deed kond van onze ervaringen. Och heden, ze condoleerden ons nog net niet maar de service bleek optimaal. Er werd geholpen dat het een aard had. Een lijst naar mijn mailadres van adressen in de buurt van dezelfde prijsklasse en tips hoe bij thuiskomst op te lossen. Ik ging op zoek naar een plek die ik vele malen bekeken had, maar niet gekozen. Daar reden wij naar toe. Het zou een houten hutje worden bij een hotel. Aangekomen bleken de hutjes nog vuil te zijn van de bruiloftsgasten die er het weekend rond gehost hadden. We mochten tegen gereduceerd tarief in het hotel en zo deden wij ook. Het was inmiddels donker en laat en we verlangden naar een bed. En eten maar de keuken was dicht. De kinderen sleepten de tassen omhoog en Berend haalde nog iets van beneden uit de auto, die op een grote verlaten parkeerplaats stond. Uitzicht in de diepte op het grote verlichte hotel Imperial. Ondertussen bleef Berend nogal lang weg.

Toen hij eindelijk terugkwam zei hij: ’Ik heb nou zoiets geks mee gemaakt. Ik stond heel diep met mijn hoofd in de achterbak naar iets te zoeken en ineens voelde ik aan mijn blote kuit (korte broek) iets knabbelen. Toen ik mij omdraaide zag ik een hele kudde zwarte schapen staan en één knabbelde aan mijn kuit dus.’ Ik keek uit het raam, maar zag niets. Hij vervolgde: ‘En toen ik weer in het hotel was en de trap op liep, stond daar een grote lege schilderijlijst, met níks er in.’ Maria zei: ‘Daar komen wij straks in te hangen……’                  Ik griezelde bij de gedachte. Het deed me denken aan Tom Tippelaar.

Die nacht droomde ik van mijn moeder die al vier jaar dood was. Zij leidde mij de juiste weg. Op de achtergrond hoorde ik in mijn slaap schapen…….. De volgende ochtend zag ik de hond. (deel 2)

De volgende ochtend werden wij aan het ontbijt ontvangen door de eigenaresse van het hotel, een kleine gedrongen oudere vrouw met gitzwart geverfd haar en een shabby rokje dat van achteren hoger zat dan van voren, daarop een blouse naar de laatste Tsjechische mode, vergelijkbaar met die van ons…………. destijds: lila vegen wisselden grijze wolken af, met een wit accentje erdoorheen. Misschien zou je het nu ‘vintage’ noemen. Ik noem het pro-depressiva.

We aten van het veel te uitgebreide ontbijt en vertrokken voor een dagtochtje Karlovy Vary. Op naar: hotel Pupp.

 

 

Plaats een reactie