Check, check, dubbelcheck

Check, check, dubbelcheck

 

Eindelijk leek het een beetje op gang te komen. Er stonden nu een paar berichten en de eerste watervrees was een beetje afgenomen. Het was net zoiets als zingen geweest, destijds. Het zanggroepje waar ik in zat en waar je verplicht was mee op te treden. En soms moest ik een solo zingen, eerst met knikkende knieën en later begon dat vertrouwder te voelen, maar toch, het bleef een beetje eng. Omdat het zo persoonlijk was, zo dichtbij jezelf kwam en vooral, omdat je je zo bloot gaf. Alsof je helemaal even in je nakie stond. Wat misschien in mijn geval wel dubbel eng zou zijn…

Het voelde beetje bij beetje, langzaamaan vertrouwd worden. Ik probeerde steeds meer een kort verhaaltje te schrijven. Soms over een makkelijk onderwerp en soms zette ik me tot een onderwerp waarin ik mijn tanden moest zetten, iets búiten de (modern genoemde) comfort zone, je nek uitsteken. Een bespiegelend stukje schrijven bijvoorbeeld, ben ik daartoe in staat, wat komt daar allemaal bij kijken. Plus één, noemt men dat ook. Even op je tenen gaan staan. En daarna plaatsen op je eigen weblog, je eigen schrijfkindje. Zichtbaar in beeld.

Mijn eerste stukje ging over slapen in het ziekenhuis. Het testen van het ademregistratie apparaat. Het was een rare gewaarwording, al die soortgenoten met die plakkers op hun hoofd, al die snoeren die als staarten, of misschien wel als ‘buitenzenuwen’ aan de buitenkant van hun lichaam hingen. Al die mensen die voor één keer de nacht samen moesten doorbrengen. Je deelt wat maar in dit geval is dít wel het enige. Het was een gemêleerd gezelschap.

Daar schreef ik over. En daarna nog een paar andere stukjes.

Maar wat ik ook probeerde in mijn, dankzij een medecursist, inmiddels hervonden ‘dashboard’, ik kon niets aanpassen. Met mijn dochter had ik alles ingesteld maar wat ik nu écht wilde, was de ‘reacties’ kunnen opvangen. Ik reageerde een paar keer bij een stukje op mezelf, schreef een verontschuldiging voor de lezers, dat het leek dat je een bepaald stukje met een ‘paardensprong’ moest lezen. Maar wat ik ook reageerde, er kwam niets in beeld. Had misschien te maken met reageren vanaf mijn eigen account. Dus: mijn man gevraagd of hij het wilde doen.

Zo gezegd zo gedaan. Waar hij dan op moest reageren, wat hij dan moest schrijven? ‘Schrijf maar bij het eerste stuk, bijvoorbeeld ‘knor, knor’,’ adviseerde ik hem. Hij logde in en volgde mijn instructies op, dacht ik. Toen hij klaar was, kwam hij blij vertellen dat hij het volgende geschreven had: ‘Knor, knor, het varken slaapt’. Hoewel ik heel wat gewend was, voelde ik het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. ‘Nou ja, dat kan toch niet. Staat dat nu op de site. Dat is toch gek.’ Mijn man begreep er niets van. Hoezo gek, het was toch een grapje. Sprak hij in volle overtuiging. Was hij ook eens leuk en kon ik het niet waarderen.

’s Ochtends vertel ik het aan mijn oudste dochter. En laat het bericht zien dat wordpress mij gestuurd heeft. Goddank, het was niet te zien geweest, het werd mij eerst aangeboden, ter goedkeuring. Mijn dochter leest het en roept: ‘mijn god, je zal maar zulke ouders hebben!!! Jezus. Wacht even, ik maak even een foto en stuur het in de kinderapp.’ En dan ineens moet ik zelf zo verschrikkelijk lachen er om. Uiteindelijk.

 

Een gedachte over “Check, check, dubbelcheck

Plaats een reactie